Pijnlijke knokkels: gewrichtspijn in vingers

Pijn in de gewrichten van de vingers

Wanneer men veelvuldig gebruik maakt van de vingers kan het zijn dat de gewrichten vroeg of laat veel slijtage laten zien. Dit resulteert in het krijgen van pijnlijke en opgezwollen gewrichten van de vingers. De vingers kunnen verkrampen en worden doorgaans minder beweeglijk. De pijn in de vingergewrichten kan van tijdelijke aard zijn, echter kan de pijn ook chronisch worden. Wat moet je doen bij vingerpijn?

De knokkels zijn aangetast

Wanneer de knokkels pijnlijk zijn geworden kan er sprake zijn van slijtage. De slijtage resulteert in pijn. Mensen die veel gebruik maken van de vingers door bijvoorbeeld het dagelijks werk kunnen op latere leeftijd te maken krijgen met de gevolgen van deze slijtage. De gewrichten laten de botten in bijvoorbeeld de vingers makkelijk en soepel bewegen. Als er veel slijtage heeft plaatsgevonden is het laagje dat zorgt voor soepele bewegingen minder regelmatig geworden. De bewegingen worden daardoor moeilijker en kunnen zelfs pijnlijk worden. Deze slijtage van van het kraakbeen wordt ook wel artrose genoemd.

Ik heb artrose: wat nu?

Als het kraakbeenlaagje onregelmatig is geworden kan er sprake zijn van artrose. Het gevolg is dat de gewrichten minder soepel kunnen bewegen. Veel mensen krijgen vroeg of laat te maken met artrose. De aandoening kan overal in het lichaam waar gewrichten bij zijn betrokken optreden. De vingers zijn vaak aangedaan omdat mensen in hun leven veel gebruik maken van de handen, polsen en vingers. Wanneer er artrose is geconstateerd kan dat niet meer worden teruggedraaid.

Stijve vingers zijn kenmerkend

Stijfheid in handen en vingers

De eerste kenmerken van artrose is het krijgen van stijve vingers. De vingers kunnen minder makkelijk bewegen. Ook pijn en een warm gevoel bij de knokkels worden vaak waargenomen. De pijn is het ergst als u in de ochtend net wakker wordt en de handen weer moet bewegen. De pijn is ook erg waarneembaar als u zware objecten moet tillen met de handen of als u langere tijd de vingesr intensief moet gebruiken. Het wordt lastig om langere teksten te typen als er veel slijtage is.

Wie krijgt artrose?

Niet iedereen krijgt automatisch artrose. Het is onduidelijk hoe artrose precies ontstaat. Wel is duidelijk dat de gevolgen van artrose grote consequenties met zich mee kan brengen. Er zijn een aantal risicogroepen die vaker te maken krijgen met artrose. Denk bijvoorbeeld aan mensen met overgewicht en vrouwen. De volgende groepen behoren ook tot de risicogroepen:

• Obesitas patiënten
• Oudere mensen
• Mensen die een beroep uitoefenen waar veel gewrichtsbelasting plaatsvindt
• Mensen die familieleden hebben met artrose

Artrose kan ook ontstaan als er bijvoorbeeld een ongeluk heeft plaatsgevonden waar de gewrichten bij zijn betrokken. Denk bijvoorbeeld aan een val van een fiets of een klap die u tegen de handen hebt gekregen.

Hoe wordt artrose vastgesteld?

Veel mensen verwarren artrose met reuma or reumatoïde artritis. Deze laatst genoemde aandoeningen zijn niet hetzelfde als artrose. Wanneer u veel last heeft van de knokkels en gewrichten kunt u het best naar de huisarts om dit aan te geven. De huisarts kan na aanleiding van de klachten vaak al constateren of er sprake is van artrose. Het heeft weinig zin om een röntgenfoto te maken van de handen, knokkels of polsen. Op een röntgenfoto is de slijtage vaak niet goed te zien.

Hoe behandel je artrose?

Het is erg moeilijk om artrose te behandelen. Veel mensen die hun leven lang veel gebruik hebben gemaakt van de handen vinden het moeilijk om opeens een verandering te moeten doorstaan. De verandering houdt meestal in om weinig de handen te gebruiken, echter wel genoeg om de gewrichten soepel te houden en de doorbloeding te stimuleren. Het is belangrijk om de grenzen te kennen. Artrose gaat niet ineens over.

Cesar of Mensendieck therapie

Wanneer de pijn zeer ernstig is kunnen mensen naast medicatie ook gebruik maken van oefentherapie om de pijn te verminderen. De pijn wordt doorgaans gegeven door een fysiotherapeut of door een oefentherapeut. Ga altijd naar een therapeut die gespecialiseerd is in Cesar of Mensendieck therapie. Ga altijd eerst na of u verzekerd bent voor deze vorm van fysiotherapie. Kijk in uw eigen verzekeringspolis of neem contact op met uw ziektekostenverzekeraar.

Medicijnen tegen artrose en slijtage

Er zijn geen medicijnen specifiek tegen artrose of om de slijtage terug te draaien. Er zijn alleen medicijnen om de pijn te verminderen. Dit betekent dus dat bij artrose de slijtage altijd aanwezig blijft. De meeste mensen met beginnende slijtage nemen eerst paracetamol, aspirine of ibuprofen (pijnstillers). Als er ontstekingen zijn opgetreden kunt ook diclofenac of naproxen gebruiken. Uiteraard is het belangrijk om contact op te nemen met de huisarts en apotheker over de werking van de medicijnen en of de medicijnen voor u wel geschikt zijn. Medicijnen (pijnstillers) tegen artrosepijn worden doorgaans niet vergoed vanuit de basisverzekering. De kosten zijn voor eigen rekening.